3. Financiën

3.1 Nog te onderzoeken dekking binnen huidige budgetten

In dit hoofdstuk hebben we de claims opgenomen welke niet gehonoreerd zijn. Voor deze claims wordt binnen de huidige budgetten dekking gezocht. Om deze dekking te vinden dienen keuzes gemaakt te worden binnen de huidige budgetten.

Nieuw voor oud, dekking moet gevonden worden in de huidige budgetten
Wmo  - hulpmiddelen (nadeel lasten € 400.000 in 2021 en 2022 en € 200.000 vanaf 2023)
De Wmo - hulpmiddelen bestaan uit woonvoorzieningen, rolstoelen en vervoersvoorzieningen. In 2020 was er ondanks een incidentele verhoging van € 200.000 voor de jaren 2019 en 2020 sprake van een tekort van € 170.000. Dit nadeel werd voornamelijk veroorzaakt door een sterke stijging van toegekende woonvoorzieningen. De voornaamste verklaring zit hem in het meer en langer thuis wonen van ouderen en de beperkte doorstroming op de woningmarkt. Hierdoor zijn vaker woonaanpassingen nodig. Met het oog op een verdere stijging van het aantal aanvragen en de prijsindexatie wordt voorgesteld een structurele verhoging van € 200.000 door te voeren en voor de jaren 2021 en 2022 het budget incidenteel te verhogen met € 200.000.

Leerlingenvervoer (nadeel lasten € 140.000 structureel vanaf 2021)
De afgelopen jaren is er sprake van een sterke toename in het gebruik van het Leerlingenvervoer. Dit resulteert in een structurele toename van de kosten. De uitgaven van 2019 waren aanzienlijk hoger dan in 2018. Dit geldt ook voor 2020. Er zijn 107 leerlingen met een indicatie voor aangepast vervoer. In 2019 waren dit er 100 en in 2018 waren dit er 84. Ook is er sprake van een toename in het aantal soloritten. Vanwege het feit dat er meer ritten zijn die niet gecombineerd kunnen worden en ook vanwege een bewuste keuze voor maatwerk.

Formatie Burgerzaken/cluster doc Aalsmeer (nadeel lasten € 84.000 in 2021 t/m 2023).
Het aantal documentenverstrekkingen is fors gedaald door “dip” als gevolg van verlenging van de looptijd van 5 naar 10 jaar. Dit heeft geleid tot forse daling bij de legesinkomsten (-/- € 127.000) en betekent ook fors minder klanten die komen voor verlengingen. Dit nadeel op legesinkomsten (-/-€ 127.000) is bij de afdelingsplannen 2019 (1,6 FTE schaal 7 afgeroomd) budgettair neutraal verwerkt, uitgaande van opvangen binnen bedrijfsvoering. Dit laatste zou kunnen door beperking van de openingstijden (enige logische en reële optie).
Een afweging om de openingstijden te handhaven op huidig niveau is uiteraard ook mogelijk. Bij die keuze behoort dan ook het voor rekening van Aalsmeer nemen van de kosten van de legesderving. Om de huidige openingstijden te blijven hanteren is 1 FTE, schaal 7 nodig. Dat gaat nu nog om drie jaar, 2021 t/m 2023 à € 84.000. Per 2024 begint weer een 5 jaar periode met hogere aantallen verstrekkingen ("reisdocumentenpiek") en liggen de legesopbrengsten weer op het niveau dat de bestaande openingstijden weer hieruit gedekt kunnen worden.

AA-claims
Werkmakelaars (nadeel lasten € 34.000 structureel 2021-2024)
Gemeenten zijn vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de doelgroep van mensen met een arbeidsbeperking die voor ondersteuning een beroep doen op gemeenten. Het Werkplein AA heeft deze nieuwe taak vanaf dat moment opgepakt. Per 1 september 2016 is door AM Match een businesscase uitgewerkt voor re-integratie en toeleiding naar werk van deze doelgroep (bijstandsgerechtigden met een loonwaarde tot 70% van het minimumloon, nieuwe doelgroep van gemeenten). Vanaf dit moment worden, na de intake op het Werkplein AA, kandidaten van de nieuwe doelgroep aangemeld bij AM Match voor begeleiding.
Het beoogde resultaat is met deze werkwijze in de praktijk niet haalbaar gebleken. Met als gevolg dat de eerste jaren nagenoeg 100% werd terug gemeld door AM Match naar de gemeente. Om te voorkomen dat deze mensen alsnog op de bank komen heeft het Werkplein AA de ondersteuning opgepakt. Deze inspanningen zijn inmiddels structureel van aard zijn, om deze mensen blijvend te activeren.
Vanaf 2018 is in de Businesscase van AM Match de volgende resultaatverplichting opgenomen: 40% wordt door AM Match geplaatst en 60% wordt terug gemeld aan de gemeente.
Dit betekent dat de afgelopen jaren de caseload (normaal gesproken 40 kandidaten voor deze doelgroep) van de werkmakelaars voor de doelgroep met een arbeidsbeperking enorm is opgelopen (op dit moment is de caseload 120 kandidaten). Het gaat om een doelgroep die een constante ondersteuning nodig heeft. Gevraagd wordt deze functie structureel te maken.
Vanuit het actieplan werkgelegenheid (corona maatregelen) is reeds ingestemd met één extra werkmakelaar voor deze doelgroep voor de duur van 3 jaar (dit in aanvulling op de structurele vraag voor 2fte in dit voorstel).  Dit betreft de tijdelijke inzet van een extra werkmakelaar doelgroep voor ondersteuning van de mensen die nu als gevolg van corona uitvallen en extra ondersteuning nodig hebben. De doelgroep met verminderde loonwaarde is met name geraakt door corona.  Het merendeel van de mensen met een doelgroep indicatie zijn alleenstaand. Vaak hebben zij een zorgnetwerk of wonen nog thuis. Wel is door de coronacrisis de dagbesteding weggevallen of is het aanbod minder intensief. De ondersteuning richt zich met name op het behouden en bevorderen van dagactiviteiten, het behoud van een dag- of arbeidsritme, het stimuleren van contact buitenshuis en het ultieme doel weer aan het werk.

Kinderopvangtoeslagenaffaire (nadeel lasten € 15.000 eenmalig in 2021)
Veel ouders zijn de afgelopen jaren ernstig in de problemen gekomen, omdat de Belastingdienst ten onrechte de kinderopvangtoeslag stopzette en terugvorderde. Om onze inwoners zo goed als mogelijk te ondersteunen en het vertrouwen in de overheid te herstellen is een steunpunt kinderopvangtoeslagenaffaire opgericht en worden alle mogelijk gedupeerden persoonlijk benaderd en waar mogelijk geholpen. Momenteel hebben zich reeds 110 inwoners gemeld (90 Amstelveen, 20 Aalsmeer) bij het steunpunt. Volgens de lijst van gedupeerde die wij hebben ontvangen van de Belastingdienst betreft het 67 inwoners in Amstelveen en 22 in Aalsmeer (stand 26 januari 2021).
Het Rijk heeft besloten gemeenten eenmalig een specifieke uitkering te verstrekken ter bekostiging van de uitvoering van de hulpverlening aan de gedupeerden (landelijk 11 miljoen) voor de periode vanaf 2020 tot en met 2023. Onderdeel van de bestuurlijke afspraak tussen het Rijk en de VNG is dat er onderzoek wordt gedaan naar de kosten van de ondersteuning. Dit onderzoek wordt momenteel nog uitgevoerd en eind maart 2021 verwacht. Als daaruit blijkt dat de kosten hoger zijn dan de beschikbaar gestelde 11 miljoen, dan wel dat het aantal gedupeerden toeneemt, zullen het ministerie van Financiën en VNG hierover in gesprek gaan. Dit zou dan naar alle waarschijnlijkheid een aparte specifieke uitkering zijn. We verwachten dus nog extra middelen te ontvangen vanuit het Rijk
Via de Specifieke Uitkering is nu € 36.000 ontvangen voor hulp aan 28 gedupeerden (Aalsmeer 6, ontvangen middelen € 7.876). De gemeente heeft uitsluitend dit bedrag gekregen ter bekostiging van de uitvoering van de registratie van gedupeerde, eerste contact en inventarisatie van de hulpvragen, het opstellen van een door de gemeente gedupeerde(n) ondertekend plan van aanpak en begeleiding, de inkoop van trajectzorg op de leefgebieden financiën, wonen, zorg, gezin en werk en het verrichten van nazorg.
Er bestaat een discrepantie tussen de middelen vanuit het rijk en de benodigde inzet. We krijgen namelijk alleen een betaling voor mensen die van de Belastingdienst een beschikking krijgen dat zij gedupeerd zijn. Dit kan (i) heel lang duren en (ii) bevat lang niet alle mensen die nu een hulpvraag bij ons neerleggen omdat zij menen gedupeerd te zijn. Wij weten in een zeer laat stadium pas of inwoners feitelijk gedupeerd zijn, maar kunnen gezien de kwetsbaarheid van de situatie daar niet ons hulpverleningsaanbod van af laten hangen.
Het ontvangen bedrag van het Rijk dekt tot op heden dus slechts een deel van de kosten van het steunpunt. Om alle mogelijk gedupeerden te bereiken en hulp aan te bieden is er meer inzet noodzakelijk. De extra inhuur voor bemensing en coördinatie voor 6 maanden van het steunpunt zijn geraamd op € 60.000. (75% Amstelveen en 25% Aalsmeer) voor het komende halfjaar. Dit betreft alle handelingen (intake, plan van aanpak, nazorg) maar ook waarborging van de telefonische bereikbaarheid voor het steunpunt en komt bovenop de reeds ontvangen middelen van het rijk.  
Met de extra middelen wordt gedurende een half jaar 36 uur per week extra ondersteuning ingehuurd tegen een tarief van € 65 per uur (26 weken x 36 uur x € 65 = € 60.000). 25% hiervan voor Aalsmeer betreft € 15.000.

Inzet ggz specialisatie in sociaal team (nadeel lasten € 20.000 structureel vanaf 2021)
Het Sociaal team dat zich richt op multiproblematiek van inwoners en huishoudens heeft te maken met een groot, groeiend aandeel aan mensen met geestelijke problemen en/of verward gedrag. Om onze taak als regiehouder goed uit te voeren, is vanaf de start van het sociaal team geborgd dat in het team afdoende GGZ-expertise aanwezig is vanuit de GGZ-sector zelf. Zowel het team als de ketenpartners met wie samengewerkt wordt zien de toevoeging van de GGZ expertise aan het team als een grote meerwaarde. Ook de relatief nieuwe wettelijke taak vanuit de Wet verplichte GGZ (WvGGZ) wordt door de GGZ collega’s opgepakt. De detacherende regionale GGZ-instelling, die de afgelopen jaren zelf serieuze financiële problemen kende, heeft tegen het eind van de meerjarige afspraken, lopend tot 2020, geconcludeerd dat zij al een aantal jaren te weinig kosten in rekening heeft gebracht voor de uitleen van de GGZ medewerkers (dit kwam aan het licht na een accountantscontrole). Ook heeft zij vanaf het begin van de detachering geen indexering op de kosten toegepast. In het jaar 2020 zijn de kosten hierdoor gestegen en vanaf 2021 moet de gemeente rekening houden met een prijsstijging van 40 procent vergeleken met 2019. Deze autonome prijsverhoging leidt tot extra kosten van zo’n € 200.000 per jaar (excl. indexering).

Grip op kwaliteit en budget jeugdhulp (nadeel lasten € 19.000 in 2021)
De gemeenteraad heeft eerder ingestemd voor twee jaar met 1,33 fte gedragswetenschapper en kwaliteitsadviseur om meer grip te krijgen op jeugdhulp. We zijn hier volop mee bezig, door bijvoorbeeld jeugdhulpverleners te ondersteunen bij complexe dure aanvragen, zowel PGB (persoonsgebonden budget) als specialistische jeugdhulp B/C waarbij discussie is met aanbieders over financiën. Tevens zijn we bezig met bestandsonderzoek van duurzame C casussen en zaken die lopen bij gecertificeerde instellingen. We willen bekijken voor welk deel van de doelgroep we moeten rekenen op langdurige verplichte financiering en op welk deel we invloed hebben door kostenbesparende maatregelen. Er is voortzetting nodig ivm diverse ontwikkelingen (meer inzicht en meer grip verkrijgen) vanaf 2e helft 2021. We verwachten dat deze inzet blijvend nodig is om de basis op orde te krijgen en behouden en nieuwe ontwikkelingen te implementeren zoals de nieuwe aanbesteding jeugdhulp. Structurele inzet bedraagt € 23.000 per jaar.
In art. 5.1.1 van het Besluit Jeugdwet is de verplichting opgenomen dat hulp verantwoord moet worden toebedeeld. Om hieraan te voldoen en om de kwaliteit van het werk te kunnen waarborgen is de inzet van een gedragswetenschapper noodzakelijk. De gedragswetenschapper begeleidt jeugdhulpverleners in het behandelen van complexe casuïstiek. Zij ondersteunt bij het inschatten van de ernst van signalen, het adequaat en verantwoord inzetten van hulp of het opschalen naar een gecertificeerde instelling. Ook bewaakt de gedragswetenschapper de veiligheid van de medewerkers in complexe zaken. De gedragswetenschapper staat onder supervisie van een GZ psycholoog.

Geëscaleerde zorg 18- (jeugdbescherming) werkwijze Intensieve Hulp in Vrijwillig traject (neutraal € 37.000 in 2021)
De gecertificeerde instellingen- voeren preventieve jeugdbescherming en gerechtelijke maatregelen uit en hebben derhalve te maken met de zwaarste problematiek in de (veiligheids-)keten voor de jeugd en gezinnen. In 2020 hebben we een lagere realisatie gezien dan de begroting. Dit is mede het effect van ingezet beleid. Parallel is er wel een jaarlijkse opwaartse druk door indexatie van de Gecertificeerde Instellingen omdat ze geen kostendekkend tarief hebben.
Als uitvloeisel van de nota sociaal domein en het plan van aanpak jeugdhulp is een nieuwe werkwijze gestart: intensieve hulp in een vrijwillig traject. Dit betreft een nieuwe werkwijze waarin de samenwerking tussen de betrokken organisaties in de Veiligheidsketen wordt verbeterd (het Sociaal team en team Jeugd, Veilig Thuis, de Gecertificeerde instellingen, de Raad voor de kinderbescherming en de jeugd- en volwassenhulp). Doel is snellere en effectievere hulp voor gezinnen door minder dubbelingen in de keten, kortere wacht- en doorlooptijden en snellere inzet van op elkaar afgestemde jeugd- en volwassenhulp. Er wordt gewerkt met een 13 weeks traject waarin intensieve hulp in een vrijwillig traject wordt opgestart door de casusregisseur. Met de werkwijze wordt samengewerkt met de gecertificeerde instellingen, maar wordt de regie niet altijd meer overgedragen (dat is een overdrachtsmoment minder). Mocht dit gezinstraject niet succesvol zijn, dan wordt direct doorgeschakeld naar de Raad voor de Kinderbescherming. Ook wordt de jeugd- en volwassenhulp direct opgestart en wordt er samengewerkt tussen de partners vanuit een gezamenlijk actieplan.
Uiteindelijk is het aannemelijk dat dit leidt tot lagere kosten voor jeugdbescherming en inzet van jeugd- en volwassenhulp. Deze inzet is nu kostenneutraal door een overheveling van budget van geëscaleerde zorg 18- naar de bedrijfsvoering van de gemeente.
Parallel is er echter sprake een stijging van het tarief bij de verschillende gecertificeerde instellingen. De betrokken organisaties hebben te maken met (veiligheids-)problematiek in gezinnen die zwaar en hardnekkig is en ook zwaarder wordt. Om de problemen in gezinnen en in de keten goed het hoofd te kunnen bieden is een hoger (kostendekkend) tarief noodzakelijk. Met enkele gecertificeerde instellingen zijn ook al voor 2022 afspraken gemaakt omtrent indexatie om de voorspelbaarheid van de uitgaven te vergroten. Voor 2022 is er door de lagere begroting een risicomelding gedaan. In 2021 wordt gemonitord of de effecten van de nieuwe werkwijze voor eind 2022 ook binnen de nu gestelde begroting blijven. Het aantal gezinnen in de jeugdbescherming is momenteel stabiel.

Correctie capaciteit leerplicht (nadeel lasten € 7.000 in 2021)
Binnen de huidige formatieve kaders kan de ambtelijke organisatie de leerplichtfunctie niet op voldoende kwaliteitsniveau uitvoeren. De schoen wringt bij de invulling van de administratie. Daarom is het voorstel de eerdere incidentele uitbreiding van de administratie voort te zetten en hiervoor middelen € 68.240 beschikbaar te stellen, waar Aalsmeer € 17.060 aan bijdraagt (vanaf 2022).

Deze pagina is gebouwd op 06/01/2021 15:41:41 met de export van 06/01/2021 15:35:56